08 september 2023

Wel of niet naar het hondenzwemmen?

Het is weer bijna zover: de openluchtzwembaden gaan dicht en dan mogen alle honden komen zwemmen. Dat klinkt superleuk, maar is dat het ook voor jouw hond? 

De hondenplons, een speciale zwemdag voor honden, lijkt op het eerste gezicht een fantastisch idee. Het is tenslotte een evenement dat speciaal voor honden is georganiseerd en het kan ontzettend leuk zijn om samen met je hond te zwemmen. Maar heb je er wel over nagedacht of dit ook iets voor jouw hond is? Niet alle honden houden van zwemmen of ze kunnen het (nog) niet. Die honden zouden zo'n evenement als stressvol kunnen ervaren.

Bovendien voelen veel honden zich ongemakkelijk in drukke en chaotische situaties, zoals een hondenplons. Honden kunnen last krijgen van stress, wat kan leiden tot onvoorspelbaar gedrag. De signalen zijn soms subtiel: gapen, tongelen, wegkijken, en zelfs trillen zijn indicatoren die aangeven dat je hond gestrest is. Een hond kan ook andere signalen laten zien, zoals hyperactief gedrag, piepen, janken en blaffen. Dat wordt vaak gezien als enthousiasme van de hond, maar het kan ook spanning zijn. Spanning kan leuk zijn en niet leuk zijn. In elk geval betekent spanning dat een hond niet relaxed is. Zwemmen kan heel leuk zijn, maar is het verstandig om dat te doen bij een meestal erg drukke hondenplons?

Voor welke honden is het geen goed idee?

 

·       Voor honden die het (vaak) spannend vinden om andere honden tegen te komen.

·       Voor honden die moeite hebben met nieuwe of niet vaak voorkomende situaties.

·       Voor honden die liever niet sociaal willen zijn met andere honden (en dan hoeven ze dus geen angst te voelen).

·       Voor honden die niet los van de lijn kunnen. 

·       Voor honden die niet van lawaai en/of blaffende honden houden.

·       Voor jonge, onervaren pups.

·       Voor honden die erg oud zijn en/of gezondheidsproblemen hebben.

 

Wees een wijze baas en ga er niet heen, als jouw hond voldoet aan één of meer van bovenstaande punten. En ook bij twijfel: niet doen.

 

Voor welke honden kan een hondenplons wél leuk zijn? 

 

·       Voor honden die (bijna) altijd sociaal zijn met andere honden.

·       Voor honden die van water houden 

·       Voor honden die het water in durven te springen, als ze er niet rustig zelf in kunnen lopen.

·       Voor honden die geen moeite hebben met drukke, chaotische, lawaaierige omgevingen.

·       Voor honden die fit en gezond zijn.

 

Maar zelfs als jouw hond aan bovenstaande punten voldoet, zou het nog steeds zo kunnen zijn dat zo'n zwemfeest niks voor jouw hond is. Kijk daarom goed naar de signalen die jouw hond laat zien. Signalen zoals een lage staart, een strak lijf, grote ogen met zichtbaar oogwit, gapen, tongelen, trillen, oren plat tegen het hoofd gedrukt en hijgen (terwijl hij het niet warm heeft) kunnen tekenen zijn van ongemak, stress of zelfs angst. Ga je hond dan zeker niet dwingen om te gaan zwemmen, maar laat je hond even rustig het terrein verkennen en zorg in eerste instantie voor voldoende afstand tot andere honden. Geef je hond zelf de keuze of hij dichterbij bij de andere honden wil komen en of hij wil zwemmen.

 

Je kunt je hond optillen, als hij niet in het water durft te springen, maar realiseer je dat je je hond op deze manier weinig keuze geeft en dat hij niet zelf makkelijk de kant op kan komen, als hij eruit zou willen. 

 

Vraag je altijd af of die blije waterrat van jou net zoveel plezier zal hebben bij een hondenplons of dat hij veel liever met jou naar een minder drukke plek gaat, waar hij zelf het water in kan lopen. En... vraag je ook altijd af of je het voor je hond doet of eigenlijk voor jezelf, omdat jij het leuk vindt en je denkt dat je hond het leuk zal vinden.




 

30 augustus 2023

Waarom wandelt mijn oudere hond niet meer voor me, maar achter me?

Het gedrag van een hond kan om verschillende redenen veranderen naarmate hij ouder wordt. Ook zie je vaak fysieke verschillen met toen je hond jong was. Dit is niet anders dan met ouder wordende mensen het geval is. Een klant vroeg mij laatst waarom haar hond tegenwoordig tijdens de boswandelingen achter haar loopt en niet meer vóór haar. Hier zijn enkele mogelijke redenen waarom een oudere hond meer achter je zou kunnen gaan lopen tijdens wandelingen:

 

Misschien zijn er gezondheidsproblemen. Oudere honden kunnen kampen met verschillende gezondheidsproblemen zoals bijvoorbeeld artrose, verminderd gezichtsvermogen of gehoorverlies, die hun vermogen om voorop te lopen kunnen beïnvloeden.

 

Vermoeidheid kan ook een rol spelen. Oudere honden raken vaak sneller vermoeid en hebben wellicht niet meer de energie om voorop te lopen of naast je te joggen zoals ze vroeger deden.

 

Gebrek aan zelfvertrouwen omdat de hersenfunctie achteruitgaat. Sommige oudere honden worden minder zelfverzekerd, vooral als ze tekenen van dementie vertonen. Hierdoor kunnen ze liever dicht bij hun eigenaar blijven voor comfort en veiligheid.

 

Een hond kan veranderende prioriteiten hebben. Het kan zijn dat een oudere hond simpelweg andere prioriteiten heeft dan een jongere hond. Miisschien geeft hij de voorkeur aan snuffelen boven rennen, of aan het gezelschap van zijn eigenaar boven het verkennen van de omgeving.

 

Veranderd temperament. Sommige honden worden rustiger en minder ondernemend als ze ouder worden, wat kan leiden tot een gedragsverandering tijdens wandelingen.

 

Wandelt jouw oudere hond ook minder snel en blijft hij een beetje achter? Accepteer het gewoon en moedig je hond niet aan om sneller te lopen. Wandel zelf ook wat langzamer en las af en toe een pauze in. Je hond komt echt wel met je mee, laat hem zijn eigen tempo maar bepalen.

 

Als je merkt dat het gedrag van je hond (jong of oud!!) opvallend verandert, is het raadzaam om een dierenarts te raadplegen voor een grondig onderzoek. Dit kan helpen om eventuele onderliggende gezondheidsproblemen uit te sluiten of te behandelen. Artrose bijvoorbeeld is gewoon heel pijnlijk. Gun je hond dan een pijnstiller!




28 augustus 2023

Wachten op de vaccinaties of je pup alvast socialiseren?

Puppy-eigenaren vinden het weleens lastig: moet ik wachten op de vaccinaties of mag mijn pup al socialiseren? Mijn advies? Socialiseren! Waarom? Je leest het hier:


Het socialiseren van een puppy is een cruciaal onderdeel van zijn opvoeding en ontwikkeling. Socialisatie houdt in dat de puppy wordt blootgesteld aan verschillende mensen, dieren, omgevingen en situaties, om te zorgen dat hij zich ontwikkelt tot een goed aangepast, zelfverzekerd en sociaal volwassen dier. De periode tussen ongeveer 3 en 14 weken is vaak het meest kritisch voor socialisatie. Tijdens deze periode zijn puppy's het meest ontvankelijk voor nieuwe ervaringen, wat betekent dat positieve of negatieve ervaringen tijdens deze tijd een grote impact kunnen hebben op hun latere gedrag.


Waarom het belangrijker kan zijn om niet te wachten tot de puppy volledig is gevaccineerd:

 

Kritieke socialisatieperiode: Zoals eerder vermeld, is de leeftijd tussen 3 en 14 weken een kritische periode voor socialisatie. Wachten tot een puppy volledig is gevaccineerd (wat meestal rond de leeftijd van 16 weken of later is) betekent dat deze cruciale periode grotendeels gemist wordt.

 

Gedragsproblemen voorkomen: Onvoldoende socialisatie kan leiden tot angst, agressie en andere gedragsproblemen die veel moeilijker op te lossen zijn op volwassen leeftijd.

 

Balans tussen gezondheid en gedrag: Hoewel vaccinaties belangrijk zijn voor de gezondheid van een puppy, is gedragsontwikkeling net zo belangrijk voor zijn welzijn. Angstige of agressieve honden kunnen een risico vormen voor zichzelf en voor anderen. Bovendien hebben jij en je hond daar de rest van zijn leven last van.

 

Gecontroleerde omgevingen: Er zijn manieren om je puppy veilig te socialiseren voordat hij volledig is gevaccineerd. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor gecontroleerde omgevingen waar je weet dat alle aanwezige honden gezond en goed gevaccineerd zijn. Gelukkig zijn in Nederland heel veel honden netjes gevaccineerd.

 

Wat kan wel een risico zijn? Je pup kan wel de darmparasiet Giardia oplopen. De Giardia-parasiet bevindt zich in de darmen van een besmette hond en komt met de ontlasting mee naar buiten. Hierdoor kunnen andere honden ook besmet raken, vooral honden met verminderde weerstand. Pups zijn hier ook gevoelig voor. Helaas kunnen honden op elke leeftijd Giardia krijgen, dus ook een pup van 5 maanden kan Giardia oplopen. Tegen een parasiet kun je je puppy niet laten vaccineren, dus ook daarom hoef je niet te wachten met het blootstellen van je pup aan andere honden en een omgeving waar honden zich ontlasten. Gelukkig is Giardia te behandelen.

 

Geleidelijke blootstelling: Begin met simpele, rustige situaties en werk geleidelijk naar meer complexe omgevingen met meer afleiding en prikkels. Dit helpt het risico op ziekte te minimaliseren terwijl de puppy toch waardevolle levenservaring opdoet.

 

Menselijke interactie: Naast de interactie met andere honden is menselijke interactie ook belangrijk. Puppy's kunnen ook veel leren van de mensen om hen heen, voordat ze volledig zijn gevaccineerd. Let wel: niet alle mensen hoeven begroet te worden, andere mensen moeten vooral heel gewoon zijn voor een pup.

 

Voorzichtigheid is altijd geboden, maar het is belangrijk om een evenwicht te vinden tussen gezondheidsrisico's en de noodzaak van goede socialisatie. Tijdens mijn puppylessen bouwen we deze voorzichtigheid in, maar gaan we zeker op tijd socialiseren.




Hoe werkt de neus van een hond?

Dat honden goed kunnen ruiken weten we wel, maar hoe werkt die neus van honden nou precies? We zullen de neus eerst even 'ontleden':

 

Neusgaten: Honden hebben twee neusgaten, elk met zijn eigen reeks van geurreceptoren. De neusgaten kunnen onafhankelijk van elkaar bewegen (in stereo snuffelen dus!), wat honden helpt om de richting van een geur te lokaliseren. De vochtige, sponzige buitenkant van de neus helpt om geuren op te pikken. Dit is de neusspiegel. We noemen het in de volksmond vaak de 'dop'.

 


Neusspiegel:
 Dit is het natte, buitenste deel van de neus. Het vocht helpt om geurmoleculen op te vangen. Neusdoppen zijn er in het zwart, bruin, leverkleurig, roze, gespikkeld en in de kleur van de eigen vacht.

 

Neusholtes: De binnenkant van de neus is bekleed met een slijmvlies en heeft complexe plooien die het oppervlak vergroten, waardoor er meer ruimte is voor geurreceptoren.

 


Geurreceptoren:
 Honden hebben veel meer geurreceptoren dan mensen; sommige rassen hebben er tot 300 miljoen, vergeleken met ongeveer 5 miljoen bij mensen. Geurreceptoren sturen signalen door naar de hersenen, waardoor ze betekenis krijgen.

 


Vomeronasaal orgaan (het orgaan van Jacobson):
 Dit is een speciaal orgaan dat helpt bij het detecteren van feromonen, die belangrijke sociale informatie kunnen bieden. Dit orgaan bevindt zich achter de bovenhoektanden in het 
gehemelte. je hond kan geuren dus ook een soort van proeven.

 


Feromonen: We kennen allemaal hormonen; ze worden in ons lichaam uitgescheiden en hebben een invloed op ons lichaam en ons gedrag. Feromonen zijn eigenlijk zoals hormonen. Het verschil is dat feromonen buiten het lichaam worden afgescheiden en opgepikt door individuen van dezelfde soort. Dankzij de feromonen kunnen insecten, motten, vlinders en zoogdieren met elkaar communiceren. Insecten dragen informatie aan elkaar over via deze chemische verbindingen. De feromonen regelen voor een groot stuk het gedrag van insecten, hun samenwerking of hun ontwikkelingsproces. Een mooi voorbeeld is een honingbijenvolk. Ze hebben een enorm uitgebreid communicatiesysteem op basis van feromonen dat zorgt voor de samenwerking en balans in het nest.

Bron: Biogroei.nl



En dan nu de werking van de neus:


Inademing: Honden hebben het vermogen om in stereo te ruiken. Ze kunnen dus met elk neusgat een andere geur opsnuiven! Wanneer een hond ademhaalt, wordt de lucht door de neusgaten geleid en stroomt deze langs de geurreceptoren.
 
Geurdetectie: De geurreceptoren vangen de geurmoleculen op en sturen signalen naar het brein.
 
Analyse: De geurinformatie wordt doorgestuurd naar het brein, waar het wordt verwerkt en geïnterpreteerd. De geur kan informatie bevatten over voedsel, andere dieren, mensen, en nog veel meer.
 
Reactie: Afhankelijk van de geur kan de hond verschillende gedragingen vertonen, zoals het volgen van een spoor, agitatie (opwinding/onrust), lust, ontspanning, etc.
 
Het vermogen van een hond om geuren te detecteren is zo geavanceerd dat ze zelfs ziektes kunnen opsporen of subtiele veranderingen in de emoties van een mens kunnen waarnemen. Het is echt een fascinerend en complex zintuig! Daarbij hebben honden het snuffelen ontzettend nodig. Het hoort bij honden, zoals ademhalen bij ons hoort. Laat ze dus lekker snuffelen!
 
In mijn filmpje hoor je een groepje honden snuffelen naar voertjes, die ik daar gestrooid heb. Je hoort ze alle geuren opsnuiven en tussendoor ook de lucht uitblazen via de neus. Dit is om de neuswegen weer vrij te maken van stof en eventueel zand en van geuren die er op dat moment niet toe doen. Zo kan er weer gericht gesnuffeld worden naar de geur van de voertjes.



Wil je de werking van de neus in beeld zien? Bekijk dan dit reuze interessante filmpje van Ted-Ed: 

 



 

22 augustus 2023

De hondenpoot

De HONDENPOOT is zowel interessant als dat elk onderdeel gewoon functioneel is. Hier zijn enkele kenmerken en functies van de hondenpoot:


Kussentjes: De onderkant van de poot bestaat uit kussentjes. Deze fungeren als schokdempers en beschermen de botten en gewrichten van de hond. Ze helpen ook om de hond grip te geven op verschillende oppervlakken.
Zweetklieren: Honden hebben zweetklieren in hun voetzolen. Dit is een van de weinige plekken waar honden zweten, en het helpt hen af te koelen en extra grip te bieden.
Nagels: Net als mensen hebben honden nagels. Ze gebruiken ze om te graven, maar als ze niet natuurlijk afslijten of niet regelmatig worden getrimd, kunnen ze te lang worden en problemen veroorzaken. Door te lange nagels verandert de stand van het voetje en dat werkt door op de stand van de poot en weer door op de rug. In principe zou je een blad papier onder de nagels moeten kunnen schuiven, als de hond staat.
Hubertus- (of wolfsklauw): Sommige hondenrassen hebben aan de achterpoten een extra teen, bekend als de 'Hubertusklauw'. Die zit iets hoger op hun onderbeen. Bij sommige honden worden deze verwijderd, terwijl ze bij anderen aanwezig blijven. Hubertusklauwen zijn niet altijd functioneel, maar ze kunnen nuttig zijn voor bepaalde activiteiten zoals klimmen. Vermoedelijk helpen ze ook voor kuddebewakers (zoals bijv. de Kangal, Tatra, Kuvasz en de Pyrenese Berghond) die de kudde fysiek moeten beschermen tegen bijv. wolven.
Haar tussen de kussentjes: Veel honden hebben haar dat groeit tussen hun kussentjes. Dit kan bescherming bieden tegen kou en ruw terrein, maar in bepaalde omstandigheden kan het ook klitten of ijsbolletjes veroorzaken. Daarom is het bij een teveel aan haar tussen de kussentjes zaak om het wat weg te knippen.
Aanpassingsvermogen: De vorm en structuur van de hondenpoot kunnen variëren afhankelijk van het ras en het natuurlijke gebruik. Bijvoorbeeld, honden die zijn gefokt voor sneeuwomstandigheden zoals de Siberische Husky, hebben bredere poten die functioneren als sneeuwschoenen.
Temperatuurbestendigheid: De poten van honden zijn verbazingwekkend bestand tegen zowel warmte als kou, maar dat betekent niet dat ze immuun zijn voor brandwonden van heet asfalt of bevriezing bij extreme kou.

Het is belangrijk om regelmatig de poten van een hond te controleren op tekenen van verwonding of irritatie, vooral na wandelingen in ruw terrein of bij extreme temperaturen.
Het trimmen van de nagels en het schoonhouden van de ruimtes tussen de kussentjes is ook essentieel voor de gezondheid en het comfort van de hond.